BODEMARCHIEVEN

Bodem beter gekend, bodem anders gebruikt.

Cartografie van grondverplaatsingen – Voorstelling van de methodologie tijdens een internationale seminarie

Het team Archisols van de ULB heeft een deel van de methodologie die in het kader van ArchiSols wordt ontwikkeld, voorgesteld op het internationale seminarie “(Post)Extractivism and Ecological Controversies in Design Research”. Dat seminarie vond plaats van 26/06/2025 tot 01/07/2025 aan de ULB (site Le Lombard - faculteit Architectuur). Het programma van het seminarie is hier terug te vinden.

De bedoeling van het seminarie was nieuwe benaderingen en methoden in interdisciplinair onderzoek (architecten, stedenbouwkundigen, ontwerpers en onderzoekers in de sociale en geesteswetenschappen) te delen. Daarbij werd de klemtoon gelegd op de analyse van gebieden en gemeenschappen in Amerika, Europa en Afrika die te maken krijgen met extractivisme of ecologische controverses.

In zijn presentatie had onze medeonderzoeker Alexandre het over de historische analysemethodologie van grondverplaatsingen, gebaseerd op oude kaarten en archiefdocumenten. Het bestudeerde gebied komt overeen met de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe (een van onze partnergemeenten), waarvan het landschap werd gevormd door de ontginningsnijverheid (zandgroeves en steenbakkerijen) en de latere opvullingen (met name via stortplaatsen).

De methodologie wordt duidelijk aan de hand van de onderstaande afbeeldingen:

1. De hoogtelijnen trekken die staan afgebeeld op oude kaarten – Hier NGI-kaart van Sint-Lambrechts-Woluwe van 1873.
2. Een digitaal terreinmodel (DTM) maken door extrapolatie van de hoogtelijnen – Dat maakt het mogelijk om een terreinprofiel op een bepaalde locatie te verkrijgen.
3. De DTM’s van verschillende jaren vergelijken om te bepalen welke gebieden werden uitgegraven of opgevuld ("backfill”).
4. Identificatie en locatiebepaling van voormalige zandgroeves en steenbakkerijen met behulp van archieven en oude kaarten.
5. Comprendre les liens entre évolution du paysage et urbanisation.

Aan de hand hiervan kunnen we de mechanismen van grondverplaatsingen die in een bepaald gebied hebben plaatsgevonden begrijpen en zo bepaalde aantasting van de bodem vermoeden (bijvoorbeeld verbonden met een stortplaats).

Verschillende cartografische lagen, die ook in andere contexten dan ArchiSols kunnen worden gebruikt, zouden het resultaat zijn van dit specifieke onderzoek:

  • de gevectoriseerde hoogtelijnen van oude NGI-kaarten 
  • de DTM's die overeenkomen met deze oude IGN-kaarten 
  • de topografische verschillen tussen deze verschillende data en de huidige situatie

Ze zouden kunnen worden weergegeven op bestaande cartografische platforms zoals BruGIS, Geodata, enz.